De ontwikkeling van deze strategie moest snel gebeuren en de opdracht was dit in een inclusief proces van co-creatie te doen. Het resultaat mocht niet het zoveelste stuk van beleidsmedewerkers voor de bureaulade worden. Maar een product voor én door mensen met een beperking, beleidsmakers en iedereen die een rol heeft in de uitvoering (lees: de hele samenleving). Ook onderdeel van de opdracht: een aanzet waarin de strategie zich vertaalde in een werkagenda met concrete uitvoerbare acties.
Laten we realistisch zijn: wat VWS van ons vroeg, een nationale strategie als basis voor alle beleid en interventies om dit probleem op te lossen, is nog maar een piepklein stukje van de oplossing van de puzzel. Maar wel een noodzakelijk stuk. In Nederland gebeurt er niets zonder een degelijke basis in wetgeving en beleid. De nationale strategie vormt het fundament van een hele trits acties op allerlei domeinen (arbeidsmarkt, zorg, sociale voorzieningen, woningbouw, onderwijs, cultuur & recreatie, mobiliteit) die de uiteindelijke waarde moeten gaan leveren: een samenleving waarin iedereen meedoet.
Nu leven in Nederland heel veel mensen die een fysieke, mentale of cognitieve beperking of neurodiversiteit hebben. De schattingen lopen sterk uiteen, maar belangenbehartiger voor mensen met een beperking IederIn spreekt van een groep van 2 miljoen mensen. Deze groep is enorm divers in het soort beperking waarmee ze te maken hebben (zichtbaar, onzichtbaar, aangeboren, niet-aangeboren, fysiek, mentaal, auditief, visueel, verstandelijk, chronisch, etc.). Maar mensen met een beperking zijn meer dan hun beperking. De ‘twee miljoen’ zijn ook nog eens divers in alle kenmerken die mensen altijd al van elkaar onderscheiden zoals levensfase, genderidentiteit, seksuele oriëntatie, dromen, etc.
Hoe dit aan te pakken?
Het probleem is al groot: Nederland is slecht toegankelijk zodra je van ‘de norm’ afwijkt. Het feit dat de doelgroep zo groot én onwaarschijnlijk divers is maakt dat grote probleem nog vele malen complexer.
Hoe pak je dat aan, als je doelgroep of klantgroep zó divers is dat je eigenlijk geen fatsoenlijke, representatieve groep kunt vormen? Hoe vorm je dan de een reviewgroep die kan spreken namens de doelgroep? Het teleurstellende antwoord is: niet. Laten we duidelijk zijn, reviewmomenten blijven onmisbaar in een succesvol ontwikkelproces, daar hebben we het later nog over.
Het sleutelwoord is inlevingsvermogen. En omdat er nu eenmaal grenzen zijn aan de menselijke empathie, is het zaak tools en werkvormen te vinden om dat inlevingsvermogen te prikkelen. Zodat we belangrijke informatie over de belevingswereld van de doelgroep weten te ontsluiten zonder dat we elk lid van de doelgroep daadwerkelijk hebben geraadpleegd.
We ontwikkelden voor deze puzzel een methode op basis van Annemiekes eerdere ervaring in het UX (user experience) design. Er is namelijk een heel mooie parallel te trekken tussen het ontwikkelen van beleid of interventies voor een grote, diverse en deels onbekende doelgroep en het op de markt brengen van een product waarvan je hoopt dat het door een zo groot mogelijke groep mensen met plezier en gemak gebruikt zal worden. Hierbij kun je goed met persona’s en customer journeys werken.
Het proces werd begeleid door Berber van der Woude en Annemieke Raven
Hoe zag het proces eruit?
Hoe zag het proces eruit?
Er was geen tijd om te verspillen, want er was een flinke deadline. Met een coalitie van beleidsmedewerkers, vertegenwoordigers en ervaringsdeskundigen ontwierpen we de opzet voor het hele proces, wat bestond uit 2 grote ontwerpdagen, 2 kleine onterwerpdagen en 4 schrijfdagen. Met op elke dag een feedbackmoment voor de reviewgroep. Deze bestond uit een gevarieerde groep met een afvaardiging van beleidsmakers, vertegenwoordigers en ervaringsdeskundigen.
Tijdens de grote ontwerpdagen deden meer dan 60 mensen uit het veld mee. Met eenzelfde varieteit als de reviewgroep. Ook hielden we parallel online sessies met een schrijftolk, zodat iedereen die mee wilde doen dat ook kon.
Op de eerste grote ontwerpdag hebben we persona’s gecreëerd. Hierbij zoomden we niet in op de verschillen tussen alle beperkingen, maar juist op de overeenkomstige uitdagingen die gedeeld worden, zoals bijvoorbeeld een uitdaging ervaren met energieregulering. Vervolgens verplaatsten we ons in de persona en doorliepen diens levensfase. Zo konden we hun dromen, ambities en de drempels die zij tegenkomen vastleggen.
Op de tweede grote onderwerpdag was er meer ruimte voor inbreng van eigen ervaringen. Op basis van de rode draden die de coalitie uit de eerste ontwerpdag had gehaald, ontwierpen we samen de bouwstenen voor de nationale strategie. We haalden verhalen op ‘die we niet meer willen horen’ en verhalen ‘die we juist vaker willen horen’. Dit vertaalden we naar “wat gaan we dus wel doen” en “wat gaan we dus niet meer doen”, een mooie aanzet voor de uitvoeringsagenda.
We kregen feedback van de reviewgroep en reflecteerden op het proces; wat gaat er goed en wat moeten we verbeteren?
Tijdens de ontwerpdagen werkten we samen aan de persona’s, de levensfases, het opschrijven van de verhalen en deelden we dit ook in plenaire sessies met elkaar.
Na de grote ontwerpdagen ging de coalitie aan de slag met het schrijven van de nationale strategie op basis van de opgehaalde input. Dit deden we in de vorm van een pressure cooker; een efficiënte manier om in 4 dagen tijd met focus en aandacht in een vast ritme samen te werken.
Elke dag reviewden we de opbrengst van die dag met de reviewgroep. Ook al was het product steeds maar voor een deel in conceptvorm concreet, toch was het heel waardevol direct feedback te krijgen op hoe het overkwam, wat er niet klopte en/of wat er nog miste. Dit was steeds waardevolle input om de volgende dag op verder te kunnen bouwen.
Tijdens de schrijfdagen hanteerden we een vast ritme met gezamenlijke momenten om de diversiteit aan kennis en ervaring binnen de groep zo goed mogelijk te benutten.
Het resultaat
Een strategie bestaande uit leidende principes en speerpunten, gebaseerd op de belevingswereld van mensen met een beperking. Vertaald naar concrete doelen binnen de levensdomeinen. Met uit het leven gegrepen praktijkverhalen die illustreren wat de verhalen zijn die we niet meer willen horen en wat de verhalen zijn waar we er graag meer van willen horen. Uitgewerkt naar een eerste aanzet van de werkagenda.
Wat ging goed
Een versnelling aan te brengen door kort cyclisch te werken en bij elke stap feedback te vragen aan een reviewgroep. Kwalitatieve input op te halen door het faciliteren van grote zo inclusief mogelijke ontwerpsessies met een grote mate van betrokkenheid van alle deelnemers. Dat het mogelijk is beleid in co-creatie te maken, met een hoge mate van commitment.
Wat hebben we geleerd
De doelgroep is uitermate complex met zoveel verschillende aspecten in het leven waar nu nog te weinig aandacht voor is. Je wilt graag recht doen aan alles en toch moet je ergens beginnen, dat blijft lastig. Hopelijk legt deze nationale strategie een eerste fundament waar zeker nog verder op gebouwd zal moeten worden.
Het bleek dan ook best ingewikkeld is om je in een ander in te leven. Je vervalt al snel in de gewoonte het voor een ander in te vullen. Daarentegen waren de discussies die daardoor volgde des te waardevoller. Juist die discussies en de verhalen die daarin gedeeld werden gaven de mogelijkheid tot een inkijk in de belevingswereld van de mensen waar het om gaat.
We hebben ook geleerd dat het echt belangrijk is meer aanlooptijd te nemen en agenda’s echt leeg te maken. Het proces zelf kan kort, maar een goede voorbereiding is key. Ook dat het belangriijk is zorg te dragen dat alle ministeries betrokken zijn bij het proces, zowel in de coalitie als in de reviewgroep, zodat het ministeriële afstemmingsproces dat volgt goed aansluit.
Hoe kijken we terug
We kijken terug op een zeer intensieve en waardevolle samenwerking met als uitkomst een mooi conceptvoorstel voor de nationale strategie voor mensen met een beperking. We hopen dat deze zo snel mogelijk afgestemd, verder uitgewerkt en eigen gemaakt gaat worden door de ministeries. Met als uitkomst dat de nationale strategie aangeboden kan worden aan de tweede kamer. Zodat we zo snel mogelijk leven in een inclusieve samenleving waarin mensen met een beperking hun leven kunnen leven zoals zij dat willen.
Meer weten over inclusieve beleidsvorming op basis van co-creatie?
Neem contact op met Annemieke: annemieke.raven@organizeagile.com