Waar bij veel hogescholen nu de aangeboden opleidingsroutes centraal staan is dit bij geflexibiliseerd onderwijs niet langer een vanzelfsprekend gegeven. Het idee is dat de student regie krijgt over zijn eigen leerproces, omdat iedere student uniek is en de samenleving in toenemende mate behoefte heeft aan professionals met een eigen profiel, aldus het Versnellingsplan van Surf.
Uit de publicatie onderwijslogistiek voor flexibel onderwijs blijkt dat verschillende Hogescholen en Universiteiten de flexibilisering van het onderwijs al hebben omarmd. Zo heeft de Wageningen University & Research het over flexibele, gepersonaliseerde leerpaden en spreekt de Hogeschool Utrecht over gepersonaliseerd leren met eigen regie voor een student. Ook volgens Windesheim verdient iedereen een eigen leerroute. Bestuursvoorzitter Henk Hagoort hanteert daarbij de stelling dat niet de gebruiker, maar de instituties zich tegenwoordig adaptief moeten opstellen.
Wat betekent dit voor de inrichting van de opleidingen en instellingen? In een eerdere post haalde ik al aan dat het onderwijs in de huidige situatie vooral is gericht op efficiëntie en nog onvoldoende op effectiviteit. Niet het behalen van een diploma in vier jaar tijd zou het doel moeten zijn, maar het faciliteren van een voor ieder student zo waardevol mogelijk leerproces. Vanuit welke principes organiseer je flexibel onderwijs wanneer alles is gericht op standaardisatie en controle, maar er weinig aandacht is voor wendbaarheid? Hier volgen er drie.
1. Inrichting van flexibel onderwijs vraagt om een heldere (team)structuur
Wendbaar onderwijs begint met een stabiele organisatiestructuur. Zoals Apple’s stabiele iOS-platform waar binnen software-ontwikkelaars verschillende apps kunnen bouwen, moet ook een instelling duidelijke kaders bieden waarbinnen door opleidingen gewerkt kan worden. (Stabiele) teams zijn in onze ervaring de oplossing.
Werken in teams staat al langer centraal als organisatieprincipe binnen het onderwijs. In zijn boek ‘Blauwdruk voor de emergente school’ beschrijft Ben van der Hilst dat dit komt omdat er lange tijd gedacht is dat dit hét antwoord was op grootschaligheid en een te grote span of control voor één schoolleider. Het ontbreken van een duidelijke verantwoordelijkheid en bijbehorende bevoegdheden ontbreekt echter vaak bij de inrichting. Belangrijke principes van teamwerk zoals samenwerken, samen ontwikkelen en samen leren komen daardoor onvoldoende uit de verf.
In het hoger onderwijs zijn opleidingen vaak al ingericht in teams, meestal vakgroepen genoemd. Deze krijgen binnen het flexibele onderwijs een nog belangrijkere positie om goed in te kunnen spelen op de opleidingsbehoeften van de student. Praktisch gezien betekent dit dat je met relatief kleine teams (tussen de 4 en 7 leden) aan de slag gaat, die allen voldoende bevoegdheden hebben om aan de slag te kunnen. Deze voorwaarden, in combinatie met het feit dat deze teams in direct contact staan met de student, zorgt er voor dat ze in staat zijn slagvaardig te kunnen handelen.
2. Effectief ontsluiten van kennis
Binnen de hogeschool bestaan er een tal van opleidingen, met allemaal hun eigen manier van denken, werken en organiseren. Vanuit deze eilandstructuur druppelen succesvolle voorbeelden maar zelden goed door de organisatie. Wanneer je aan de slag gaat met flexibel onderwijs wil je dat deze best practices snel boven komen drijven, zodat de rest van de opleidingen hier zijn voordeel mee kan doen.
Het begint daarbij met het structureren en organiseren van kortere feedbackloops, waardoor de opleidingen en staven sneller kunnen leren. Informatie moet sneller door de organisatie stromen, zodat de best practices van verschillende opleidingen snel komen bovendrijven en worden overgenomen binnen de rest van de organisatie. Op deze manier ontstaat er een natuurlijke wijze van standaardisatie. Succesverhalen worden overgenomen en verspreiden zich onder de andere opleidingen.
Een manier om dit te faciliteren, is door middel van Big Room sessies. Een terugkerende dag waarop alle opleidingen en staven bij elkaar komen (letterlijk in één grote ruimte) om kennis uit te wisselen over de eigen invulling van flexibel onderwijs. Een dag waarin mensen van elkaar leren, nieuwe ideeën snel verspreid worden binnen de hogeschool en geïnspireerd worden door casuïstiek vanuit andere instellingen binnen het onderwijs. Maar denk bijvoorbeeld ook aan periodieke demo’s waarbij in een vast ritme (bijvoorbeeld maandelijks) scholen en staven worden uitgenodigd om succesverhalen met elkaar te delen en te sparren over de vervolgstappen.
Wanneer je dit goed inricht ontstaat er een visieontwikkeling van zowel onderop (door middel van kennisdeling en goede ervaringen) als van bovenaf (heldere kaders rondom flexibel onderwijs). Waarmee je faciliteert dat je zowel de studeerbaarheid, doceerbaarheid als de organiseerbaarheid in een optimale balans houdt.
3. Start met experimenteren
UIteindelijk blijven veel factoren bij het inrichten van flexibel onderwijs onzeker. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat je een opleiding als zodanig wel herkenbaar houdt, wanneer studenten op verschillende plekken hun studiepunten kunnen verzamelen? Flexibel onderwijs kan daarnaast gaan zorgen voor steeds wisselende groepen. Hoe zorg je daarin voor een veilige leeromgeving, die nu veelal geborgd is door een vaste samenstelling van klassen?
De huidige inrichting van het onderwijs geeft daar al een antwoord op, maar dat gaat veranderen bij de invoering van flexibel onderwijs. Om te ontdekken wat werkt is experimenteren daarin noodzakelijk. Welke elementen van de huidige inrichting dragen bij aan de flexibilisering van het onderwijs en wat is het effect wanneer we elementen gaan veranderen? Er is inmiddels aangetoond dat de investering in flexibel (deeltijd)onderwijs de moeite waard is, mits je de verschillende elementen goed op elkaar afstemt en de student genoeg betrokken houdt. Door middel van kleinschalige experimenteren kun je hier een gevolg aan geven.
Samenvattend zorgt een heldere (team)structuur dus voor een goede basis van het inrichten van flexibel onderwijs. Heldere kaders bieden opleidingen de mogelijkheid hun onderwijs flexibel te organiseren. Door de kennis vervolgens effectief te ontsluiten tussen de opleidingen komen succesverhalen snel bovendrijven. Zo kunnen de kaders van onderaf verder worden aangescherpt. Maar uiteindelijk begint het bij gewoon doen. Met kleinschalige experimenten onderzoeken wat echt werkt!
Ben jij geïnspireerd geraakt en wil je meer informatie over dit onderwerp? Neem contact met me op en ik vertel je er graag meer over.